7
Rozenkruis en Gnosis
​
Realisatie in het
hier en nu
De term nieuwe ziel is al enkele malen gevallen. De groei van een nieuwe, eeuwige ziel is het doel van een leerling van het rozenkruis. Als persoonlijkheid hebben we hierin een belangrijke rol te vervullen.
Enerzijds als mens die zijn plaats in de wereld in neemt, anderzijds als dienaar van de nieuwe ziel, de hogere mens in hem. Dit laatst genoemde proces noemen we heel-wording.
Verontrusting
Bij een mens kan op een gegeven moment klaar voor ogen staan dat hij slechts ten dele is, geen volledige oorspronkelijke mens meer. Door dit besef kan een openheid ontstaan waardoor de geestvonk kan gaan reageren op het gnostieke licht. Dit veroorzaakt allereerst verontrusting en zet ons aan tot zoeken. Wie geen voldoening meer vindt in deze wereld, durft een andere richting in te slaan, geleid door die verontrustende gnosiskracht.
Een reactie hierop is het zoeken naar rust en stilte, vanuit een verlangen naar heel-worden. Dit verlangen naar herstel van het oorspronkelijke, noemen wij heilbegeren. We worden door dit verlangen en het daarbij horende streven een ander mens, en onze gedachten en gevoelens krijgen een ander gerichtheid, wat zijn weerslag vindt in ons handelen.
De openheid voor de gnosis maakt dat we ontvankelijk zijn voor haar krachten en wekt tevens nieuwe inzichten in ons op. Met deze nieuwe inzichten gaan we aan de slag.
​
Nieuwe levenshouding
Het groeiende verlangen naar heel-zijn, brengt een proces in ons op gang. Een proces dat door de rozenkruisers het pad van de roos wordt genoemd. Het is een pad dat in het leven zelf gegaan wordt, door gewoon te doen wat er voor ons te doen is als mens in deze wereld. Maar dan wel op zo’n wijze, dat we doen wat gunstig is voor de ontwikkeling van de nieuwe ziel en nalaten wat die ontwikkeling in de weg staat.
​
Het innerlijke pad vinden we in het symbool van het rozenkuis weergegeven in de punt, de cirkel, de driehoek en het vierkant. In verkenning 3 hebben we hier ook al over gesproken.
​
De punt symboliseert alles doordringende geest. De cirkel duidt op de eeuwige volheid die mens en wereld omvat, waaruit een ononderbroken magnetische roep uitgaat naar de mensheid.
De punt is het begin en het keerpunt. De punt en de cirkel zijn samen tevens het symbool van het zonnestelsel en de zon, de microkosmos en de oorspronkelijke mens. Nieuwe ontwikkelingen worden mogelijk. Als een mens hart en hoofd opent voor deze roep, zal een nieuwe drievoudige bezieling zich ontvouwen, naar denken, voelen en gedrag, anders omschreven als ‘naar hoofd, hart en handen’.
De driehoek verwijst naar een drievoudige universele stralingskracht: De kracht van de liefde, de kracht van de kennis en de kracht van de daad.
In de mens vormen deze alomvattende liefde, ware kennis en bevrijdende daad de vurige driehoek, de trigonum igneum, zoals de rozenkruisers uit de 17e eeuw het noemden.
Vierkant van bouw
Het vierkant, ook wel vierkant van bouw genoemd, staat voor de basis, waarop met behulp van universele krachten kan worden gebouwd aan de wedergeboorte van de onsterfelijke zielemens.
Als een mens uit eerdergenoemde drie krachten gaat leven, dan begint hij aan een nieuw levensbouwwerk: hetstaan op het vierkant van bouw, wat zich uit in:
-
eenpuntige gerichtheid
-
strijdloosheid
-
bewaren van innerlijke harmonie en
-
leven in en door de Al-eenheid
Eenpuntige gerichtheid is het innerlijke kompas afstemmen op het gekozen levensdoel. Een vanzelfsprekende toewijding, waarin we bereidheid tonen om ruimte te geven aan dit
nieuw ontdekte licht.
Strijdloosheid is niet onze natuurlijk grondhouding, want zelfbehoud is het kenmerk van ons leven. Maar zelfhandhaving en nieuwe zielebouw gaan niet samen. Strijdloosheid kan alleen worden toegepast in het licht van de innerlijke ontwikkeling. Daardoor ontstaat een evenwicht, waardoor niet oordelen en strijdloos zijn mogelijk worden.
Het bewaren van innerlijke harmonie houdt in dat we gaan zoeken naar evenwicht. Als het persoonlijk belang centraal staat, dan wordt ons leven beheerst door veranderlijkheid en tegenstellingen, met als negatief resultaat lijden en verdriet. Harmonie in gnostieke zin is daarentegen de harmonie van de nieuwe ziel, verbonden met het goddelijke ontwikkelingsplan.
Al-eenheid
In het leven in en door de Al-eenheid herkent de ene ziel de andere. Als we streven naar een leven in en uit die Al-eenheid, dan ontstaat er werkelijke eenheid. Deze groepseenheid is een stimulans die de nieuw ontwaakte ziel ons breng. Eenheid, in het licht van de gnosis, is kracht, is geestkracht.
​
Wat heeft de mensheid in deze overgangstijd, dit Watermantijdperk, dan echt nodig? Nu een nieuwe wind waait over de wereld, als een geestes-windvlaag, die de mensheid beroert en voortjaagt met een ongekende kracht, kan de mensheid dan nog ontkomen aan de uitdaging om zich te vernieuwen? Is dat niet het begin van een bewustzijnsverandering: vanuit de enkeling, het zelf, vanuit de ene mens, naar de velen, naar anderen, naar het geheel? Zoals de ziel zich uitstrekt, en alles omvat, in plaats van de persoonlijkheid die alles naar zich toetrekt, en bedekt?
Om je deze ommekeer voor te kunnen stellen, is kennis van het wezen van de ziel nodig. Eenheid zou wel eens de sleutel kunnen zijn die de mens toegang kan verschaffen tot het verkrijgen van een ander bewustzijn.