8
Rozenkruis en Gnosis
​
Het pad
van transfiguratie
De besproken verwerkelijking van de onsterfelijke nieuwe ziel vindt plaats als een geleidelijk innerlijk proces. Het is een proces van zelfverwerkelijking op basis van een nieuwe levenshouding. Hierin wordt de ontwikkeling van denieuwe ziel in ons prioriteit gegeven, dat wil zeggen, doen wat wel, en laten wat niet bevorderlijk is.
​
De mens is een bewoner van een microkosmos of kleine wereld. In de sterfelijke mens kan de onsterfelijke nieuwe ziel tot ontwikkeling komen. Dit is het begin van een weg tot volledige vernieuwing van een mens naar geest, ziel en lichaam.
​
Deze weg is door alle tijden heen bekend geweest. Ze werd en wordt onderwezen in alle mysteriescholen. Zo kennen we onder andere de christelijke, de Egyptische, de Indische en de Chinese inwijdingsmysteriën. Ook rozenkruisers willen in de praktijk deze inwijdingsweg toepassen.
​
In de wijsbegeerte van het Rozenkruis neemt de roos, de geestvonk, een belangrijke plaats in. De roos symboliseert het eeuwigheidsbeginsel in ons microkosmische stelsel. Op basis daarvan kan een proces van zielevernieuwing beginnen, een vernieuwing en verandering. Het is een proces dat zowel in het stoffelijke lichaam, als in de meer fijnstoffelijke lichamen plaatsvindt.
​
De natuurmens
Wij kennen de gewone chemische processen in ons lichaam. Uit ons voedsel nemen we diverse stoffen op die zorgen voor onze instandhouding. Door de ademhaling nemen we zuurstof op en dit is zo essentieel voor ons, dat wemaar heel kort zonder adem kunnen leven.
Naast voedsel en zuurstof houden we onze levensenergie op peil door meer fijnstoffelijker ethers. Deze ethers zijnnet zo belangrijk voor ons als voedsel en ademhalen. Ze onderhouden onze levenskracht en in die zin ook onzebezieling.
Iedereen trekt ethers aan die aansluiten bij de eigen levensinstelling en levensgerichtheid. De mens leeft uit deze energie en straalt die vervolgens ook weer uit. Wat je voedt, dat groeit, zegt de volksmond.
Wat geldt voor de microkosmos, geldt ook voor kosmos en macrokosmos. De hele levensatmosfeer bestaat uit ethers en astrale vibraties. Zij vormen één grote samenhang van stralingen van verschillende aard en geladenheid. Astrale krachten zijn lichtvibraties die op de mens inwerken. Een mens neemt naast het de lichtkrachten van zijn directe omgeving, ook die van kosmos en macrokosmos in zich op.
​
Een mens trekt alleen aan en kan alleen vasthouden wat met hem verwant is. De kosmische en macrokosmischestralingen waarmee hij geen affiniteit heeft, gaan langs hem heen. Zijn eigen ademveld wordt bepaald door levensgerichtheid, door verlangens en gedachten, door karma en haar werking. Dit is bepalend voor wat hijaantrekt, of juist niet. Zo blijft hij net zo lang ingesponnen in zijn eigen web tot zijn bewustzijn verandert door degnostieke lichtkracht in het hart.
De oorspronkelijke mens
In het boek De Elementaire Wijsbegeerte schrijft J. van Rijckenborgh hierover:
In en door de dialectische tempel heen, moeten wij aan een nieuwe tempel bouwen. De aanvangende leekdient, de realiteit van zijn staat inziende en aanvaardende, de oude tempel in een zodanige toestand te brengendat de krachten van de natuur zo min mogelijk weerstand zullen bieden.
​
(Elementaire Wijsbegeerte, 3e druk, hfst. V, blz. 49/50)
Van de geestvonk die naar zijn wezensaard één is met het vibratieveld van de gnosis, gaat een straling uit. Zij roept ineen mens een herinnering op aan de oorspronkelijke of
hogere mens. Er zijn velen die deze roep in het hartvernemen. Ze worden erdoor verontrust en reageren erop. Ze gaan op zoek naar antwoorden.
Maar er gebeurt meer dan alleen de mentale reactie, want de werkzaamheid van het gnosislicht werkt ook in op het stoffelijke lichaam. Het hart en het bloed worden met lichtkracht geladen. Door dit proces wordt het bewustzijn letterlijk gevoed. Nieuwe ideeën over vrijheid en eenheid ontstaan en we zien een nieuwe, anderewerkelijkheid voor ons geestesoog. Dit is het begin van een proces van zieleverandering en van vrijmaking.
Bewustzijnsstaat is levensstaat
De uitspraak bewustzijnsstaat is levensstaat wil niet zeggen, dat wij door een bepaalde bewustzijnsstaat tot een of andere levensstaat kunnen besluiten. Het gaat er meer om waar het bewustzijn door wordt gevoed. Als we door hetgnostieke veld worden gevoed, dan is het overgaan tot een nieuwe levenshouding geen moeilijke keuze maar een vanzelfsprekendheid.
Ons bewustzijn wordt sterk beïnvloed door onze verlangens. De aard van ons begeerte- of astrale lichaam werkt doorin ons denken. In en door het leven heen, worden we ons hiervan bewust. Zo is het leven zelf onze leerschool. Steeds opnieuw worden we voor de vraag geteld: zijn we gericht op het ik of op de ander in ons, op de nieuwe ziel? Dus: uit welk bewustzijn leven we?
In de Bijbel wordt dit proces van bewustwording van de andere in ons geschetst in de mens Johannes de Doper. Johannes is de voorloper, de wegbereider voor de nieuwe ziel, van Jezus. Hij wijdt zijn leven aan zijn herontdekte, nieuwe levensbestemming.
​
Transfiguratie
Transfiguratie is een proces van verandering van de aardse naar de goddelijke mens. Zoals de aardse mens eensterfelijke ziel heeft en een sterfelijk lichaam, zo heeft de nieuwe mens een onsterfelijke ziel en een onsterfelijk lichaam.
De omzetting van de oude mens naar de nieuwe mens is een proces waarbij ook de persoonlijkheid betrokken is.Alleen door toewijding en door het wegcijferen van zijn hele wezen, kan de grootse vernieuwing van geest, ziel en lichaam plaatsvinden.
Het belangrijkste is om hier daadwerkelijk een begin mee te maken. De goddelijke liefdekracht kan een omwending in ons leven veroorzaken.
In de Bijbel wordt dit proces symbolisch het bouwen van een nieuwe tempel genoemd.
De roos die bloeit, de ziel die de geest vindt, leeft in het ritme van die geest. Zij ademt in die vibratie. Degedachte, het nieuwe denken, voert terug langs de lijn van het grove ritme vol storing naar het ijle ritme zonderstoring. Dat is - in eenvoudige bewoordingen -
wat rozenkruisers transfiguratie noemen.